Een epische veldslag ontvouwt zich in de woonkamer van de familie Van Dijk. Aan de ene kant: Jeroen (6), vol energie, passie, en een voorliefde voor een bal die groter is dan zijn hoofd. Aan de andere kant: papa en mama, gewapend met dekens, Netflix, en een ernstig gebrek aan interesse in welke bal dan ook op dit moment.
Jeroen, die al dagen droomt van een intens potje รฉรฉn-op-รฉรฉn voetbal, stormt de woonkamer binnen met zijn nieuwe Messi-imitatie, schreeuwend: “Papaaaaa, voetballen! Voetballen!” Zijn voetbalschoenen nog net niet aan, maar zijn enthousiasme zeker wel.
Papa echter, die net het dieptepunt van zijn energievoorraad heeft bereikt na een lange werkdag, werpt een haast wanhopige blik naar zijn vrouw, die naast hem zit en met een subtiele glimlach Netflix doorbladert. Het signaal is duidelijk: er is een ander spel gaande, eentje dat weinig te maken heeft met balvaardigheid of scoren met een penalty. Dit spel draait om “kwaliteitstijd” โ een term die Jeroen nog niet in zijn woordenboek heeft staan.
“Morgen, Jeroen,” zegt papa met een verontschuldigende glimlach. “Papa en mama zijn nu even bezig.”
Jeroen fronst, probeert de ingewikkelde strategie van dit moment te begrijpen. “Maar jullie doen toch niks! Jullie zitten alleen maar daar!” zegt hij, wijzend naar de sofa, alsof hij de VAR is die een penaltyclaim controleert.
Mama, altijd de diplomaat in deze situaties, voegt er vriendelijk aan toe: “Papa en mama willen even tijd voor elkaar, schat. Morgen kunnen we voetballen, okรฉ?”
De zesjarige kan het niet bevatten. Hoe kan het zijn dat papa een paar rustige minuten met mama verkiest boven een spannende wedstrijd in de achtertuin? Is dit niet een vorm van competitievervalsing? Hij probeert het opnieuw: “Maar we kunnen toch samen zijn รฉn voetballen? Ik ben heel snel, jullie merken er niks van!”
Ondanks Jeroens ongekende onderhandelingsvaardigheden (die nog wat verfijning kunnen gebruiken), blijft papa bij zijn tactische beslissing. Hij ziet zijn kans en zegt: “We kunnen morgen de hele middag voetballen. Echt waar!” Een belofte die we waarschijnlijk al vaker hebben gehoord โ een klassieke verdediging.
Maar Jeroen weet beter. “Morgen” is een mythische tijdseenheid die in de wereld van volwassenen vaak betekent “waarschijnlijk nooit.” Hij laat zijn schouders hangen en sjokt teleurgesteld naar zijn kamer, terwijl hij zachtjes mompelt over hoe Ronaldo’s vader waarschijnlijk wรฉl altijd zin had in voetbal.
Op de bank glimlacht papa naar mama. De rust is wedergekeerd, en hij pakt de afstandsbediening om de serie weer aan te zetten. “We hebben het weer overleefd,” fluistert hij. Mama lacht. Het was een close call, maar teamwork maakte alles mogelijk.
En ergens boven, in de kamer van Jeroen, wordt de tactiek voor morgen al bedacht. Misschien als hij met ontbijt op bed komt, of als hij papa’s telefoon verstop… dan wint hij het grote duel van de voetbal tegen de sofa.